Op de pagina over de WCL  is informatie gegeven over de visie op behoud, herstel en ontwikkeling van het buitengebied van Winterswijk. Hoe wordt de visie gerealiseerd?

Dit hoofdstuk beschrijft het samenwerkingsmodel waarin de visie zal worden gerealiseerd en geactualiseerd.

Met haar visie geeft de Stichting WCL het beeld hoe volgens haar het buitengebied van Winterswijk er in 2015 uit zou moeten zien. Daarbij realiseert zij zich dat WCL een van de vele partijen is die de toekomst van het buitengebied bepalen. WCL beweegt zich in een omgeving waar al veel kaders gesteld zijn, onder meer door Europese en Rijksregelgeving. In haar Visie heeft WCL zich rekenschap gegeven van die kaders.

Directe sturing door WCL zal beperkt mogelijk zijn. De rol van WCL zal zich vooral moeten richten op beïnvloeden, stimuleren en ontmoedigen. Als belangrijk(st)e adviseur/partner van het college van B&W van de gemeente voor het buitengebied zal WCL zich moeten profileren: stelt de gemeente de juiste prioriteiten, worden de thema’s van het buitengebied voldoende integraal benaderd, komt de nieuwe gemeentelijke visie voor het buitengebied/het nieuwe bestemmingsplan tijdig en op de juiste manier tot stand, etcetera.

Hoewel beperkt, is er ook een directe rol voor WCL en de deelnemende partijen. Allereerst betekent de platformfunctie dat partijen elkaar actief informeren over (voorgenomen) initiatieven en projecten: in hoeverre dragen die bij aan de Visie, worden de wcl-thema’s integraal benaderd. WCL is er dan om die toetsende rol op zich te nemen. Daarnaast zullen er terreinen zijn die door de deelnemende partijen zelf niet (kunnen) worden opgepakt, dan is WCL ervoor om in gezamenlijkheid daarin wél initiatieven te ontplooien, bijvoorbeeld in de vorm van op te starten projecten.

De gemeente is binnen WCL een speciale partij. De betrokken bestuurlijke en ambtelijke vertegenwoordigers vormen als het ware de linking-pin tussen WCL en de gemeente. In die zin is de WCL-visie niet gelijk aan de gemeentelijke visie, maar wel een van de belangrijkste bouwstenen voor de nieuwe gemeentelijke visie voor het buitengebied en overig toekomstig buitengebiedbeleid.

In het vervolg van dit hoofdstuk wordt de beoogde wijze van samenwerken binnen WCL in de vorm van vragen en antwoorden verder uitgewerkt.

vraag:
Wat is de rol van de stichting WCL?

Antwoord:
De stichting realiseert en actualiseert haar visie voor het buitengebied door gewenste ontwikkelingen te stimuleren en ongewenste af te remmen of te ontmoedigen. 
De stichting onderzoekt belangen en mogelijke belangenconflicten en adviseert op grond daarvan de betrokken organisaties, waaronder de gemeente.
Daarbij houdt de stichting rekening met de verwevenheid van functies en borgt die door actief verbanden aan te brengen tussen onderwerpen en betrokkenen.
Voor de gemeente is de stichting het platform voor de ontwikkelingen in het buitengebied en daarmee een belangrijk adviesorgaan.

Vraag:
Wat is de rol van de bestuursleden?

Antwoord:
De bestuursleden brengen de belangen in van de door hen vertegenwoordigde organisaties. 
Gezamenlijk combineren ze die belangen tot de gezamenlijke visie en tot adviezen en acties.
De bestuursleden brengen daarnaast gebiedskennis in en communiceren visie, adviezen en successen breed en in ieder geval in de eigen achterban. 
De bestuursleden monitoren daarbij de ontwikkelingen in het buitengebied.

vraag:
Wat is de rol van de gebiedsmanager?

Antwoord:
De gemeente werkt voor het buitengebied met een gebiedsmanager. De gebiedsmanager heeft twee rollen:
· Coördineren en bundelen van de activiteiten van de gemeentelijke en andere overheden voor het buitengebied. De gebiedsmanager bemiddelt daarmee bij het beschikbaar stellen van deskundigheid en het op de lokale situatie toesnijden van overheidsdiensten en budgettering van overheidsgelden.
· Faciliteren van de stichting en daarmee de professionele ondersteuning waar de bestuursleden en hun organisaties hun activiteiten veelal als vrijwilligerswerk uitvoeren.
Vanuit die rollen zal de gebiedsmanager ook andere dienstverleners die in of voor het buitengebied werkzaam zijn, stimuleren tot coördinatie en samenwerking. Het maakt daarbij niet uit of dat 
(semi-)overheden zijn of non-profit of profit bedrijven.

vraag:
Gaat de gemeente nu reorganiseren?

Antwoord:
De gemeente gaat niet reorganiseren.
De gemeente gaat zoals is beschreven bij de gebiedsmanager de eigen dienstverlening wel meer coördineren en intern beter afstemmen. 
De gebiedsmanager heeft daarin een belangrijke functie: de bewaking van de vraaggerichtheid en de integrale benadering van thema’s en dienstverlening. 
De stichting WCL is voor de gemeente belangrijk als ogen en oren in het buitengebied, waarmee de gemeente beter kan sturen op de kwaliteit van de eigen taken.

vraag:
Hoe stuurt of beïnvloedt de stichting WCL?

Antwoord:
De stichting stuurt en beïnvloedt door ongevraagd en gevraagd te adviseren aan de gemeente en andere organisaties en door te lobbyen bij anderen en in eigen achterban.
De stichting helpt bij het formeren van slimme combinaties van organisaties en individuen voor het uitvoeren van activiteiten.

Vraag:
Waar ligt het initiatief en de verantwoordelijkheid voor activiteiten en projecten?

Antwoord:
In het buitengebied worden veel initiatieven ontplooid. 
De verantwoordelijkheid daarvoor blijft primair bij de initiatiefnemers zelf. 
Het is dus bepaald niet zo dat bij de stichting activiteiten kunnen worden aangemeld, waarna de stichting het initiatief overneemt. 
Dit zou strijdig zijn met het verhogen van de zelfredzaamheid. Waar dat nuttig is helpt de stichting bij het verbreden van initiatieven bij het vergroten van het draagvlak. 
Dit geldt natuurlijk alleen voor initiatieven die bijdragen aan het realiseren van de visie voor het buitengebied.

Vraag:
Hoe worden activiteiten en projecten gefinancierd?

Antwoord:
Activiteiten en projecten worden zoveel als mogelijk door de belanghebbenden gefinancierd. 
Dat geeft de beste garantie op betrokkenheid en goede kosten/batenafwegingen. 
Daar waar gemeenschapsgeld wordt ingezet, is de adviesrol van de stichting van groot belang. 
Het is de toets of deze middelen in lijn met de visie op het buitengebied worden aangewend en daaraan een bijdrage leveren. 
De stichting kan met professionele ondersteuning van de gemeente bemiddelen bij het verkrijgen van budget voor activiteiten en projecten.

Vraag:
Hoe worden de resultaten gemeten?

Antwoord:
De stichting bepaalt zijn resultaten op basis van waarnemingen uit veel formele en informele bronnen: projectrapportages, jaarlijkse onderzoeken van bijvoorbeeld de gemeente zoals het burgerjaarverslag, 
publicaties, artikelen in de pers en de eigen bladen van de deelnemende organisaties. 
Minimaal jaarlijks wordt vastgesteld in hoeverre de gestelde doelen zijn gerealiseerd (zie de vorige hoofdstukken) en het resultaat wordt in een jaarverslag gerapporteerd.

Vraag:
Hoe zit het met de verwevenheid?

Antwoord:
De verwevenheid van functies in het buitengebied is groot. Een gebiedsgebonden benadering is meestal het uitgangspunt.
De stichting zal de integrale benadering van vraagstukken stimuleren zodat belangen worden gecombineerd. 
Integrale benadering houdt in dat meerdere aspecten (zorg, economie, leefbaarheid, milieu etc.) worden gecombineerd. 
De brede samenstelling van de stichting maakt dit mogelijk. 
Wel moeten de onderwerpen dan wat kleiner en overzichtelijk worden gehouden, zodat de resultaten concreet zijn.

Vraag:
Hoe ziet een groep of zijn belangen worden gediend?

Antwoord:
De brede samenstelling van het stichtingsbestuur geeft al een indicatie. De stichting dekt een breed gebied aan belangen. 
Een nadeel in de communicatie kan zijn dat het door die breedte lastiger is om de realisatie van specifieke belangen terug te zien. 
Dit nadeel ondervangt de stichting door de doelen nauwkeurig te benoemen (zie de vorige hoofdstukken) en daarover te rapporteren.
Dit gebeurt minimaal jaarlijks in een jaarverslag, maar vooral ook per activiteit en project. De bestuursleden zullen naar de eigen achterbannen vertalingen maken van de ontwikkelingen.
Voor groepen waarvan geen directe vertegenwoordiging in de stichting is opgenomen is er de algemene communicatie van gemeente en stichting en kan de groep zich via de normale ingangen van de diverse organisaties melden.